Princes Glansje lachend en zwaaiend uit haar kasteeltoren

Princes Glansje en de
schatkist

Lang, heééél lang geleden...

...toen er nog geen tandartsen waren - dat is dus echt lang geleden -, was er een land met alleen maar gelukkige mensen. Vooral de kinderen waren blij. Dat kwam ook omdat ze allemaal schitterende witte tanden en kiezen hadden. En Glansje, een prinsesje, die had wel de mooiste. Als je de sprookjes van Glansje kent - en wie kent ze nog niet - weet jij natuurlijk wel waarom.

In Glansrijk was het nog een beetje donker. En stil. De winter was nog niet afgelopen. Een enkele Narcis had zijn gele kopje net trots boven de grond uitgestoken. Dus draaiden de mensen zich nog maar een keertje extra om in hun warme bedje. Hmm, nog even de ogen sluiten onder de warme dekens. Vind jij dat ook zo lekker? Prinses Glansje wel. Maar nu even niet. Zij had vakantie en…. zin in avontuur. Tom natuurlijk ook. Onder aan het torenkamertje riep hij Glansje al. ‘Hé, Glansje, kom je naar buiten als je je tanden hebt gepoetst?’ Nog geen vijf minuutjes later stond ze al naast hem. Ze keken elkaar vragend aan. ‘Heb jij een idee voor een nieuw avontuur?’, vroeg Glansje. Nee, dat had Tom niet. Een avontuur is er niet zo maar. Dat overkomt je meestal.

‘Zullen we de kippetjes lekkere maïs gaan voeren?’, stelde Glansje voor.

En dat deden ze. In het Koninklijke kippenhok was het al een drukte van belang. ‘Toook. Tok, tok’, klonk het al van ver. De grote haan wilde net zijn nek uitrekken om weer eens stoer en hard te kraaien, toen er allemaal maïskorreltjes voor zijn poten vielen. Eerst dan maar een lekker hapje, dacht hij. Glansje en Tom legden nog wat schoon hooi in het hok. Tom deed het hek weer netjes dicht. ‘He, wat is dat? Daar in de hoek?’ Glansje wees naar een plek aan de rand van het kippenhok. Er zat een grote kuil in de aarde. ‘Er is vannacht vast een vos op bezoek geweest.’ Ze keek nog eens. Onder in het gat, nog grotendeels bedekt met donkere aarde, zag ze iets liggen. Het leek op een houten plank, bewerkt met ijzeren randen. Bruin van kleur en roestig. Het lag vast al heel lang onder de grond verborgen. 

‘Ik haal even een schep’, zei Tom. Met elke schep aarde die Tom verplaatste, werden de ogen van Glansje groter en groter. Het was geen plank. Het was een kist. Een houten kistje met een oud slot er op. ‘Een schatkist!’, riepen ze in koor. Samen tilden ze de kist uit de kuil. ‘Zou het een echte schatkist zijn?’ Van de spanning kwam Tom bijna niet uit zijn woorden. Zijn stem trilde. ‘Laten we de kist naar het paleis brengen en het aan mijn vader en moeder vragen’, stelde Glansje voor. Koning Karel, de vader van Glansje, zat na het eten van een lekker eitje uit het raam te staren. Hij was aan het dagdromen over een nieuwe koninklijke koets. Een koets die wel door zes wit met grijs gevlekte paarden getrokken moest worden. Schimmels heten die. Na het zien van de kist rende hij meteen de trappen af naar buiten. ‘Wat hebben jullie nu weer uitgespookt?’, riep hij al vanaf de laatste traptreden. ‘Laat de slotenmaker naar de binnenplaats komen!’ Een lakei kwam aangesneld en herhaalde het koninklijke verzoek: ’Laat de slotenmaker komen, laat de slotenmaker komen.’ Nog geen minuutje later galmde de oproep overal in en rond het paleis. In de tuinen en langs de wegen. Overal. En dus was het snel afgelopen met de ochtendrust in Glansrijk. Niemand die nog met gesloten ogen in zijn warme bed kon blijven liggen. Zelfs de kippen waren er stil van.

Op de binnenplaats van het paleis klonk geroezemoes alom. ‘Hebben ze een schatkist gevonden? Wat zit er in?’ Met een klein haakje priegelde de slotenmaker zenuwachtig in het ijzeren slot. De spanning steeg. Zou het slot na zoveel jaren of misschien wel eeuwen nog open gaan? Ook het gezicht van Koning Karel was gespannen. Zou de schatkist vol zitten met goud? En als dat zo was, kon hij dan misschien zijn mooie nieuwe koets laten maken? Of nieuw zilveren tafelbestek, een fluwelen koninklijke mantel… Oh wat hij had al veel wensen.

Klik. Het slot was open. Het werd even muisstil. Iedereen hield de adem in. ‘Openen jullie de kist maar’, zei Koning Karel. ‘Tet te re téeet’, trompetterde een lakei vanaf het balkon van het paleis. De deksel ging langzaam omhoog. In de kist zat…nee, geen goudstukken. Ook geen sieraden of andere waardevolle spullen, maar een oud, opgerold perkament. Een perkament is een dun, papierachtig vel gemaakt van de huid van koeien, waar ze heel vroeger op schreven toen er nog geen schrijfpapier was. Koning Karel keek een beetje sip. Daar ging zijn dagdroom. Geen nieuwe koets of zilveren bestek. Wat jammer nou. Glansje nam het oude perkament uit de schatkist.

Ze begon te lezen en straalde van geluk.

‘Een kist vol met wijsheden’, riep ze. Koning Karel slikte nog even, maar als Glansje dat zei moest het wel zo zijn. ‘Wat staat er dan geschreven, lieve dochter?’ Glansje begon voor te lezen. Een prachtig verhaal over geluk en schoonheid die in jezelf zitten en niet in dure dingen. Dat je altijd blij mag zijn met wie je bent. Ook al maak je wel eens verkeerde keuze, doe je iets doms of zit het eens wat tegen en heb je verdriet. En over de liefde die je kunt geven en mag ontvangen. En over de schoonheid van de natuur die ons warmte, licht, water, lucht en voedsel ‘geeft’ zonder daarvoor iets terug te vragen. En dat het daarom zo belangrijk is om dankbaar en met respect met die natuur om te gaan. ‘De natuur is voor het geluk van alle mensen in Glansrijk veel meer waard dan een schatkist vol met goud’, zei Glansje. Koning Karel wist dat Glansje hem weer eens een wijze les had geleerd! Een les die hij als kind wel kende, maar als volwassene nog wel eens vergat.

Even was het stil, heel stil op de binnenplaats van het paleis. Toen werd er luid geklapt. Een paar mensen begonnen te zingen en al snel werd er gedanst. Iedereen voelde zich gelukkig. Het werd een dolle, vrolijke boel in Glansrijk. Wat een mooi begin van het nieuwe jaar. En Glansje en Tom… die waren al weer verdwenen. Achter in de paleistuin hadden zij een diepe kuil gegraven. De schatkist stond er al in. Met een nieuw perkament er bij. Huh?

Weet jij wat Glansje en Tom hadden gedaan? Nee, ik wel. Samen met het oude perkament hadden ze ook poetstips in de schatkist gestopt. Want bij een gezonde wereld hoort natuurlijk ook een gezonde mond en een stralend wit gebit. En mocht je net als Glansje ook een belangrijke of lieve boodschap willen bewaren voor de toekomst, voor als je groter of misschien zelfs wel oud en grijs bent? Schrijf hem dan in duidelijke letters op een papier en stop deze in je eigen schatkist.